Falen is gewoon een extra kans om het opnieuw te proberen

Gepubliceerd op 18 april 2024 om 08:00

Faalangst is een complexe emotie. Kort samengevat komt faalangst erop neer dat je schrik hebt dat je zal falen in een taak. Faalangst is bij niemand gelijk. De ene persoon kan bij elke taak schrik hebben, de andere persoon dan weer bij specifieke taken.

 

Hoe de faalangst zich uit, is ook verschillend van persoon tot persoon. Je kan hartkloppingen krijgen, overmatig beginnen zweten, uitstelgedrag en/of vermijdingsgedrag vertonen, enzovoort.

Faalangst kent veel oorzaken. Het kan ontstaan door negatieve ervaringen (zoals herhaaldelijk falen) of door continu kritiek te krijgen, wat kan leiden tot een laag zelfbeeld en de angst om opnieuw niet aan verwachtingen te voldoen. Soms liggen ook perfectionisme aan de oorzaak van faalangst of ervaar je uit jezelf of uit je omgeving een erg hoge druk.

 

Belangrijk om te weten is dat faalangst een veelvoorkomend probleem is en dat er verschillende manieren zijn om faalangst te overwinnen. De beste manier is therapie of coaching. Meestal gaat het om een vorm van cognitieve gedragstherapie, waarbij je technieken aangeleerd krijgt om je negatieve gedachten uit te dagen en te veranderen.

 

Wil je zelf aan de slag? Deze tips kunnen je helpen!

  1. Herken waar jouw faalangst vandaan komt; zelfinzicht is de eerste stap naar verbetering.
  2. Bouw aan een positief zelfbeeld; herinner jezelf aan je sterke punten en successen. Doe dit bijvoorbeeld elke avond door je dag even te overlopen en je te focussen op de positieve dingen.
  3. Accepteer dat fouten maken deel uitmaakt van het leerproces. Zie het als een nieuwe kans om iets bij te leren en te groeien.
  4. Focus op wat goed gaat, niet alleen op wat beter kan.
  5. Vier je successen, hoe klein ze ook zijn.
  6. Stel realistische verwachtingen voor jezelf; perfect bestaat niet.
  7. Stop piekergedachten over wat mis zou kunnen gaan. Merk je dat je veel piekert, leg jezelf dan een piekermoment op. Bijvoorbeeld: elke dag 5 min tussen 18u en 18u05. Pieker je op andere momenten, dan schrijf je je gedachten op en steek je ze in je piekerdoosje. Op je piekermoment mag je ze uit je doosje halen en je volop laten gaan in het piekeren. Je zal merken dat veel van de gedachten je al niet meer bezig houden of dat je er al een oplossing voor gevonden hebt.